Workshop Rethinking Energy

Workshop Rethinking Energy

Op vrijdag 8 april vond de workshop ‘Rethinking Energy’ plaats in het World Horti Center. Na een videoboodschap van Jaap Bond, boegbeeld van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, was het woord aan Steven Lobregt (Sparkling Projects). Steven is als architect van duurzame energie-oplossingen betrokken bij veel projecten in de voedingsindustrie. Hij inspireerde zijn publiek met rake observaties en inventieve oplossingen.

Hij liet zien dat de Nederlandse tuinbouw over een aantal sterke punten beschikt, zoals de sterke elektra-infrastructuur. “Wees daar zuinig op, en kijk wat je daarmee kunt!”, aldus Steven. “In de toekomst willen elektrische vrachtwagens bijvoorbeeld graag bijladen terwijl de tomaten of bloemen worden ingeladen”. Het is volgens Steven ook slim om te zoeken naar combinaties van oplossingen. Bijvoorbeeld, de warmte die vrijkomt bij het koelen van versproduct in de verpakkingshal kan worden gebruikt om de kas te verwarmen. Vanwege de congestie op het elektriciteitsnet is het van belang dat je energie die je lokaal opwekt, ook lokaal gebruikt.

Na de lezing van Steven was het woord aan Stefan van der Heijden (Innova Connect), die een casus inleidde waarover vervolgens in groepjes werd gebrainstormd. De casus bestond uit een aantal elementen en randvoorwaarden, zoals: ga ervan uit dat de gasprijs de komende vijf jaar blijft hangen op EUR 0,50 per m3. De deelnemers gingen in drie groepjes uiteen om na te denken over mogelijke oplossingsrichtingen volgens de design thinking methode. Na een uur rapporteerden de groepjes hun bevindingen aan de zaal.

Eén groepje had vooral gefocust op de noodzaak om elektriciteit die lokaal opgewekt wordt, ook lokaal te gebruiken. Daarbij is de grote vraag wat te doen met het overschot dat op sommige momenten ontstaat. Enkele bekende opties zijn: gebruiken om waterstof te produceren, opslaan in batterijen, of om een warmtebuffer te creëren. Een minder bekende optie is om via nieuwe technologie stikstof uit de lucht vast te leggen in de vorm van nitraat, dat gebruikt wordt als meststof in de kas. Deze groep wees wel op belemmeringen in de regelgeving die deze oplossingsrichtingen in de weg kunnen staan.

Een toekomst zonder fossiele energie

Het tweede groepje had zich gericht op de vraag hoe, en op welke schaal, de tuinbouw zichzelf kan organiseren op weg naar een toekomst zonder fossiele energie. Daarbij kwam men uit op lokaal niveau; concreet had men nagedacht over de Broekpolder in de gemeente Westland. Daarbij had men ook aandacht voor andere belanghebbenden: burgers, die in hetzelfde gebied wonen; arbeidsmigranten, die dicht bij de kassen gehuisvest worden; en de nabijgelegen veiling van Royal FloraHolland, waarvan de daken uitgerust kunnen worden met zonnepanelen, in combinatie met de productie van waterstof. In deze discussie werd al snel duidelijk dat nauwe samenwerking met de gemeente belangrijk is, en dat het nodig is om de langetermijnvisie van de gemeente op glastuinbouw in het gebied te kennen.

De groep was van mening dat het verduurzamen van zo’n gebied niet overgelaten moet worden aan individuele bedrijven; je hebt iemand nodig die diepgaande kennis heeft van wat er op energiegebied gaande is bij verschillende organisaties, zodat je slimme combinaties kunt maken. Verder is er behoefte aan slimme beslissingsondersteunende IT-oplossingen om ondernemers en consumenten te ondersteunen hoe om te gaan met de opgewekte energie (elektriciteit en warmte).

Producten in de winter duurder?

Het derde groepje zocht het deels in technologische oplossingen – zo was men ervan overtuigd dat waterstof een grote rol gaat spelen – maar ook in marketing: “misschien moeten consumenten er maar aan wennen dat onze producten in de winter duurder zijn”. Daarbij wees de groep erop dat beschikbaarheid van schoon, zoet water in de toekomst een nog groter probleem gaat worden dan energie, en dat de Nederlandse tuinbouw juist op dat punt erg goed scoort, dankzij recirculatie en watertechnologie. Samenvattend ging de gesprekken vooral over het optimaal combineren van bestaande technologische opties en niet direct over compleet andere teeltsystemen of gewassen.

Tot slot gaf Wilko Wisse namens RVO een korte maar bevlogen reflectie op alles wat hij die middag voorbij had horen komen. Wilko pleitte vooral voor samenwerking. In reactie daarop werd vanuit de zaal gewezen op een belemmering voor samenwerking: er zitten nu schotten in subsidieregelingen, waardoor glastuinbouwbedrijven niet kunnen participeren in grote projecten gericht op verduurzaming van de energievoorziening. Wilko zegde toe daar binnen RVO naar te zullen kijken. De bijeenkomst werd afgesloten met een netwerkborrel.